Borstelen
Het is belangrijk het paard regelmatig te verzorgen. Je begint met de roskam (plastic of rubber) links bovenaan de hals van het paard. Borstel zoveel mogelijk losse haren en stof en vuil uit de vacht en manen. Maak cirkeltjes tijdens het roskammen en werk zo steeds verder naar achteren toe. Klop de roskam regelmatig even uit want die wordt snel vies. Neem na het roskammen de harde borstel om de kleinere vuiltjes en dergelijke, te verwijderen. Om de vacht te laten glanzen kun je na borstelen met de zachte borstel. Niet alleen maak je het paard zo goed schoon, je geeft het ook een massage die de bloedsomloop stimuleert, de spieren versterkt en de vacht glanst.
Met de spons kun je stof uit ooghoeken en neusgaten verwijderen. De staart en de manen van het paard kun je met de manenkam kammen, maar voorzichtig want anders gaan veel haren verloren. Gebruik zonodig je vingers om de manen te ontklitten. Knip nooit de staart met een schaar!
De hoeven hebben speciale aandacht nodig, omdat ze snel geinfecteerd raken. Met de hoevekrabber wordt de hoefzool uitgekrabd. Ook de rand tussen het hoefijzer moeten goed schoongemaakt worden. En met een kleine borstel kun je de hoeven invetten om ervoor te zorgen dat ze niet uitdrogen of splijten.
|